Welke nieuwe technieken zijn er?

Spataderen - endoveneuze lasertherapie (EVLT)

Tijdens het verhelpen van spataderen wordt een operatieve ingreep meestal vermeden. Als operatieve ingreep onvermijdelijk is, dan wordt het verholpen door de allernieuwste lasertechnieken, namelijk endoveneuze lasertherapie. Deze therapie is in 2000 ontwikkeld en sindsdien vaak gebruikt.
 
Behandeling
Tijdens de EVLT wordt de te verwijderen ader op het been afgetekent. Er wordt eerst een katheter in het bloedvat aangebracht en daarin een laserfiber (1 en 2). Er wordt een verdovend middel ingespoten om de pijn te verzachten (3). Met behulp van laserenergie wordt het bloedvat nu dichtgeschoeit (4). De betreffende ader is uitgesloten en het terugstromende bloed zal nu opnieuw de oorspronkelijke weg richting het hart nemen. Dit zorgt weer voor een goede doorbloeding in de benen. Het dichtgeschoeide bloedvat worden door het lichaam afgebroken en opgeruimd (5).
 
 
Complicaties
Complicaties komen bij EVLT niet vaak voor maar kunnen wel optreden. 
  • Nabloeding op de plek waar de spatader is aangeprikt
  • Infectie
  • Gevoelloosheid van de huid boven de spatader
  • Huidverkleuring door de warmte van de laser
 
 
 

Volume vorming - lipofilling

De toename van de lipofilling is het laatste jaar groot. Het schandaal rond de PIP-implantaten, die van verkeerde materialen zijn gemaakt en klachten gaven bij vrouwen, is een belangrijke oorzaak daarvan. Lipofilling wordt al een jaar of tien uitgevoerd in Nederland
 
Behandeling
Tijdens de lipofilling wordt vetweefsel uit het eigen lichaam gehaald met behulp van liposuctie. De meest voorkomende streek is de buikstreek of rond de heupen en/of bovenbenen. Het vetweefsel wordt bewerkt waarbij vocht en vet gescheiden wordt en het vet vervolgens kan worden hergebruikt. Het vet wordt ingespoten in het lichaamsdeel van voorkeur. Dit zijn meestal de borsten maar kunnen ook de wangen zijn. De laatste jaren zijn er verfijndere canules gekomen, waardoor het vet veel beter in het borstweefsel gelegd kan worden. 
 
Afsterven van vetweefsel
Een van de grootste aandachtspunten is het behoud van vetweefsel. Vetcellen moeten kunnen ingroeien in het omringende weefsel om in leven te blijven. Hierbij spelen de bloedvaten een belangrijke rol. Zij moeten zich goed kunnen vertakken om te zorgen dat het weefsel van zuurstof en voedingstoffen wordt voorzien. Als dit niet voldoende gebeurt sterven de vetcellen af. In de meeste gevallen sterft dan ook 50% van de vetcellen na een eerste lipofilling af. 
 
Om het afsterven van de cellen te minimaliseren is onderzoek gedaan. Er is gebleken dat het immuunsysteem een belangrijke rol speelt. Hoe optimaler dit werkt, hoe makkelijker de bloedvaten groeien. Daarnaast blijkt dat het toedienen van stamcellen aan het vetweefsel helpt om te overleven. De kans om te overleven nam vijf keer toe.